De grond zakt weg: geen enkel gebied van concentratie houdt lang stand: de interne com-plexiteiten van het toetsmechanisme, de interne onderbrekingen en half bedwongen bewegingen die de meest intense onwaarneembare pianissimo’s voortbrengen (als ze er al in slagen een geluid voort te brengen) en die van de meest eenvoudige figuren een veel-eisende, zenuwslopende en persoonlijke virtuoze oefening maken; het samengetrokken onderscheid tussen harmonie, stemvoering en articulatie; de lucht boven dit monstrueuze paar van machines die de muzikanten verder uit elkaar houden dan ze zouden willen, een punt halverwege tussen hen, voor beiden onbereikbaar.
Het stuk begint met een voorstel voor hoe het zou kunnen verdergaan, maar weigert dit te accepteren. In de plaats daarvan worden een aantal nulpunten bereikt, bewoond en weer verlaten, versmeltend zoals de betekenisloze verbindingen afgeleid van een lange reeks vreemde, geïndividualiseerde bewegingen: lijsten, kleine sterren, en golven van onevenwicht, een steeds spannender en wankeler wordende dialoog van lange stiltes. Aarzelend komt Philopoctus de Caserta’s laat-veertiende-eeuwse motet En atendant souffrir m'estuet grief payne achterna, het melodisch materiaal en de harmonische tics min of meer waarneembaar, soms als voedingsbodem voor een wirwar van vluchtige fragmenten van canons en figuren. “Wachtend moet ik grote kwellingen ondergaan…” Deze compositie werd geschreven in opdracht van TRANSIT en werd er gecreëerd op 27 oktober 2013. [EJ]
De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.