Ik ben gefascineerd door het concept van de triptiek [van het Griekse tri- ‘drie’ + ptychï ‘vouw’]. Misschien is het de symboliek of de symmetrie, maar in elk geval heb ik zelf mijn eerste triptiek gecomponeerd in de vroege jaren 1980. Een triptiek is in principe een drievoudig werk, en is dus niet hetzelfde als een werk in drie delen. Aanvankelijk werd de term in het Oude Rome gebruikt voor schrijftabletten met was die per drie aan elkaar werden bevestigd. The Leuven Tryptich is dan ook eerder een ‘work in progress’ dan een volledig vastgelegd werk. Het ensemble wordt doorheen de drie bewegingen van het werk uitgenodigd om een eigen versie van het werk te maken. Tijdens de repetities kunnen de muzikanten een aantal keuzes maken die het uitzicht van de compositie ingrijpend veranderen. Er zijn verschillende teksten bij het werk gevoegd waarmee de muzikanten aan de slag kunnen, en er is zelfs de mogelijkheid om elementen uit die teksten of uit de partituur op voorhand op te nemen.
Met dat opgenomen materiaal kan dan gewerkt/gespeeld worden tijdens de live uitvoering. Het is alsof je een vel papier neemt en er verschillende figuren mee kan vouwen. De actie van het vouwen staat voor mij centraal: een open compositie die verschillende gedaanten kan aannemen, vertrekkend van een vastgelegde basis uiteraard. De teksten zijn van tijdgenoten van Rogier van der Weyden, zoals het traktaat De Pictura van Alberti of Docta Ignorantia van Nicolas de Cusa. Ik heb ze niet alleen gekozen omwille van de periode waarin ze geschreven werden, maar vooral omdat ze de toenmalige ideeën rond (schilder)kunst en wetenschap uit die periode weergeven. Met de integratie van die teksten ontstaat er een soort alomtegenwoordige geschiedenis. Zo verwerkte ik bijvoorbeeld ook een deel van het motet Ave Regina Coelorum van Guillaume Dufay in het eerste deel. Rogier van der Weyden en zijn werk fungeerde als een soort initiator voor deze compositie. De vraag van de opdrachtgever was dan ook een werk te schrijven dat verbonden zou zijn met het werk van Rogier. Het eerste schilderij waar ik aan dacht was de bekende kruisafneming, waar ik even bij bleef stilstaan – niet lang genoeg natuurlijk – in het Prado. Een andere referentie was de Braque Triptiek in het Louvre met zijn lugubere buitenpanelen en inscripties. Dergelijke tekstuele elementen in schilderijen uit die periode beïnlvoeden vaak de 'lezing' van het kunstwerk en kunnen zelfs het picturale ondermijnen. Op die manier wordt het narratief van het kunstwerk opengebroken en ontstaat er meer ruimte voor een eigen interpretatie, zoals ik dat dus ook in The Leuven Tryptich probeer te doen. Het eerste deel van mijn drieluik bestaat uit twee groepen van telkens 6 + 6 tableau-achtige momenten. In de eerste groep staat een steeds veranderende figuratie centraal die doorheen het hele werk terug te vinden is. In de tweede groep komt dan Dufay's motet aan bod in een quasi antieke stijl. Van hieruit wordt het muzikaal materiaal terug 'omgevouwen' tot materiaal uit de eerste groep. De centrale tweede beweging is het langst en valt uiteen in vier delen, volgens de vier armen van het kruis. De muziek is hier minder onderhevig aan verandering. Het derde deel is een soort spiegeling van het eerste en is verdeeld in twee delen. Spiegelbeelden worden hier vertaald in glasachtige timbres. The Leuven Tryptich werd gecreëerd in Leuven door Ictus Ensemble op 23 oktober 2009.
De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.