Vertrekkend van de polen als uiterste toestanden, fungeren processen en parameters als meridianen. Daarbij staat elk instrument voor zichzelf en laat het zijn eigen sporen achter. Toch bestaat er ook een ‘horizontaal’ vlechtwerk van relaties. De ontstane vertakkingen brengen ‘achtergronden’ – ruimtelijke afbeeldingen – voort van de ‘tijdswegen’. Op deze achtergronden wordt het tegenwoordige getekend. Uitgaande van het nu, hoort er bij elk tijdspunt een afwezig moment, een moment dat zich als het ware achter de horizon bevindt. Deze afwezige momenten creëren een gedeeltelijk speculatieve achtergrond, die door zijn verschijning realiteit kan worden maar op zijn beurt weer andere achtergronden – afwezige momenten – laat ontstaan. In deze compositie werd de aandacht op details gelegd, op het beschrijven van subtiele verschuivingen en veranderingen, zoals de klankkleuren.
Dit ‘zoom’-achtige doordringen tot in de klankmaterie wordt op grond van de specifieke instrumentatie de inhoudelijke kern van de compositie. Zo ontstaat er een fijnzinnige vertakking tussen de vier fluiten, die zich qua klankkleur subtiel van elkaar onderscheiden. Dit terwijl de verhouding tussen de piccolo’s en het slagwerk, bepaald door een specifieke slagwerkinstrumentatie, gekenmerkt wordt door een grote afstand. Enkel de accentimpulsen brengen op het niveau van de ‘energetische’ momenten een toenadering teweeg, daar de accentstructuren verantwoordelijk zijn voor de vormgeving van de klankkleuren. Zij stellen ook een focus voor, gericht op de heersende, momentgebonden tijdsconstructie. Deze bepaalt uiteindelijk de verhouding tussen de klankesthetiek en de formele bovenbouw.
Absence – Traces éloignées werd geschreven in opdracht van het TRANSIT-festival, waar het gecreëerd werd door Ensemble SurPlus op 28 oktober 2007. (Gerald Eckert)
De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.