Transit

Uitvoeringsinstructies

Gamebook | Vladimir Gorlinsky

Vladimir Gorlinsky’s Gamebook bundelt vijf composities voor verschillende bezettingen.
- The Apogee Game voor viool en cello
- Kaaraoke voor stemmen
- Recorder me voor tenorblokfluit solo
- The Tuning Game voor piano en live electronics
- Viola-Flute-Piano voor fluit, altviool en piano

 

Tijdens de eerste uitvoering werden deze werken gelijktijdig uitgevoerd. De specificiteit van de ruimte waar dit gebeurde (de Paviljoenen – geluidsdichte repetitieruimtes in het Leuvense STUK) waren zeer bepalend voor het dramatische verloop van de compositie. In een andere ruimte zullen deze werken dan ook geheel anders met elkaar worden gecombineerd. Dit dient in samenspraak met de componist te gebeuren.

Uitvoeringsinstructies voor elk afzonderlijk werk:


1) The Apogee Game
In The Apogee Game, voor viool en cello, staat de relatie tussen genoteerde muziek en improvisatie, en tussen ‘concertmuziek’ en meer theatrale muziek centraal. Het stuk werd specifiek geschreven voor twee deelnemers aan het project.
The Apogee Game bestaat uit drie secties. In een eerste sectie brengen beide strijkers afwisselend een lange, op het instrument gestreken noot (g’), en gezongen melodische fragmenten (lego). Deze sectie gaat over in een tweede, meer theatrale sectie, waarin beide instrumentalisten de lange noten en ‘lego’ afwisselen met langere pauzes. Deze sectie wordt tenslotte gevolg door een derde fragment, waarin beide instrumenten een volledig uitgeschreven partituur spelen.
The Apogee Game is een zeer specifieke werk, dat zonder de context van het Gamebook moeilijk afzonderlijk uit te voeren is. Ook de eigenheid van de muzikanten waarvoor het werk geschreven is, maakt dat er voor een nieuwe uitvoering van de compositie best samen met de componist een geheel nieuwe versie wordt samengesteld.


2) Kaaraoke
Kaaraoke is een compositie geschreven voor 9 stemmen. Zangers van alle leeftijden en niveaus kunnen deelnemen aan het project. Enkel zanger N°9, die het geheel coördineert, heeft best een gedegen muziek- en zangopleiding. Kaaraoke bestaat uit een ‘compositie’ en een ‘spel’. Beide delen dienen daarbij steeds te worden uitgevoerd.
Opmerkingen bij de compositie:
- De zangers dienen het hele werk gebruik te maken van een ‘popstem’. Het zingen met lucht of een zekere ‘grain’ wordt aangemoedigd.
- Elke zanger kiest individueel teksten van bekende popnummers. Deze teksten worden in het werk ‘gerecontextualiseerd’: op de tekst wordt een geheel andere ‘melodie’ geplaatst. De teksten in de partituur zijn dan ook slechts voorbeelden, en kunnen perfect vervangen worden door andere teksten.
- In het eerste deel zingen de verschillende zangers achtereenvolgens fragmenten. Enkel het eerste interval ligt daarbij vast, de andere intervallen kunnen worden geïmproviseerd. Wanneer zanger N°9 op het einde van de eerste bladzijde een korte rust maakt alvorens de claves en kickdrum aan te slaan, begint zanger N°1 een tweede strofe. Wanneer de rust lang is, gaat iedereen naar bladzijde twee.
Hetzelfde geldt voor bladzijde twee. Een lange rust dient als teken om de tweede bladzijde te herhalen, een zeer lange rust is het teken om naar de volgende bladzijde door te gaan.
- Op het einde van de compositie zingen alle zangers individueel door, en verplaatsen ze zich naar het ‘spel’. Voor dit spel stellen ze zich op in een cirkel.
Opmerkingen bij het spel:
- In het spel, dat door zanger N°9 gestart wordt, zenden de verschillende deelnemers ‘licht’ en geluid naar elkaar. Een klank die wordt gezongen wordt tegelijkertijd met een zaklamp in de lucht uitgebeeld. Een lange ‘Aaaa’ die in het midden hoger wordt en naar het einde toe lager wordt ook zo met het licht gevormd, tegelijk met het zingen.
- Dit licht en geluid wordt doorgegeven in de cirkel, en versnelt van speler tot speler (de ‘Aaaa’ wordt bijgevolg korter en korter). Wanneer een deelnemer vindt dat de hoogste snelheid is bereikt verlaat hij het spel, zoals aangegeven in de partituur.


3) Recorder me
De noten op de bovenste lijn dienen te worden gezongen, deze op de onderste lijn worden gespeeld.


4) The Tuning Game
Het centrale idee van The Tuning Game is dat verschillende pianisten in verschillende ruimtes hetzelfde stuk spelen. Ze dienen in eerste instantie samen te oefenen in dezelfde ruimte. Na verloop van tijd spelen ze in verschillende ruimtes. Doel moet zijn om, niettegenstaande de afstand, toch samen te spelen.
De compositie bestaat uit open maten. De precieze lengte van deze maten is min of meer vrij. Enkel het begin en einde zijn zeer duidelijk genoteerd. Tijdens de open maten worden de herhalende noten in de linker hand steeds gedurende de hele lengte van de maat herhaald.
Het werk wordt gespeeld op gewone, akoestische piano’s. Wanneer de compositie op midipiano’s wordt gespeeld kan er elektronica aan het werk worden toegevoegd. Een patch daarvoor is te verkrijgen bij de compon




De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.