Lucien Goethals schreef Cáscaras op een gedicht uit de bundel ‘Alianza y condena’ uit 1965 van de hand van de Spaanse dichter Claudio Rodriguez (1934-1999). Deze behoorde tot de generatie dichters die zich losmaakten uit het Spaanse sociaal-realistische schrijven van de veertiger jaren. Nadat rond 1960 de sociale poëzie in een crisis was geraakt, werd de ethische preoccupatie in hun werk minder expliciet politiek gericht. In plaats van personen of concrete voorvallen aan te pakken, richtten zij zich op de machtsstructuren en de mechanismen daarvan, zoals die in het leven van alledag en in de taal aan het licht kwamen. In het geheel van Goethals’ vocaal-instrumentale werk is Cáscaras uniek omwille van het sociaal engagement van de gekozen poëzie. De toonspraak kadert volledig in Goethals’ postseriële periode, waarbij nog steeds de equidistributie van de twaalf tonen voorop staat: het werk vertrekt van een op Webern geïnspireerde twaalftoonsreeks. De door Goethals in zijn elektronisch werk gehanteerde technieken en klanken – ruisklanken, gefilterde frequentiebanden en klankmodulatietechnieken – vinden in Cáscaras een, zij het voorzichtige, pendant. Anders dan bij de instrumentale klankexperimenten onder invloed van de elektronische muziek bij andere componisten uit deze periode, worden deze klanken bij Goethals volledig in het traditioneel notenbeeld geïntegreerd en dienen in hoofdzaak ter ondersteuning van de tekst, op een manier die aanleunt bij de ‘Figurenlehre’. Toch blijft het globale klankbeeld aansluiten bij een eerder kosmopolitisch modernistische objectieve stijl. (© deSingel)
I.
El nombre de las cosas, que es mentira
y es caridad, el traje
que cubre el cuerpo amado
para que no muramos por la calle
ante él, las cuatro copas
que nos alegran al entrar en esos
edificios donde hay sangre y hay llanto,
hay vino y carcajadas,
el precinto y los cascos,
la cautela del sobre, que proteje
traicíon o amor, dinero o trampa,
la inmensa cicatriz que oculta la honda herida,
son nuestro ruin amparo.
Los sindicatos, las cooperativas,
los montepíos, los concursos;
ese prieto vendaje
de la costumbre, que nos tapa el ojo
para que no ceguemos,
la vana golosina de un día y otro día
templándonos la boca
para que el diente no busque la pulpa
fatal, son un engaño
venenoso y piadoso.
Centinelas vigilan.
Nunca, nunca
darán la contraseña que conduce
a la terrible municíon, a la verdad que mata.
De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.