In TransiTrance wordt gepoogd het concept van modulaire compositie te verzoenen met en te integreren in een compositorisch constructieve totaalarchitectuur. We spreken van modulaire compositie omdat binnen dit concept niet wordt gecomponeerd met afzonderlijke klanken en geluiden georganiseerd in de tijd en behandeld op grond van hun muzikaal-parametrische eigenschappen binnen een bepaalde syntax, maar wel met organisch samenhangende en intern gestructureerde muzikale objecten. Micro-composities zo men wil. Deze muzikale objecten hebben parameters zoals densiteit, globale tijdsduur, een eigen spanningsverloop en expressieve eigenschappen die in de loop van het stuk in functie kunnen worden gesteld van externe real-time inputs. Deze inputs kunnen afkomstig zijn van de door ons vroeger ontwikkelde onzichtbare instrumenten waarvoor radar en sonar technologie wordt gebruikt en waarmee gepoogd wordt expressief betekenisvolle gebaren van de uitvoerder te analyseren en in een muzikaal bruikbare vorm aan een interactief algoritmisch computerprogramma toe te voeren.
Daarnaast echter wordt een belangrijke input steeds gevormd door het op elk moment klinkende resultaat zelf. Hierdoor wordt het mogelijk de muzikale objecten in functie te stellen van de globale muzikale context, en dat in real time. Het muziekstuk vormt daardoor zo’n beetje een samenlevingetje op zich, waarbinnen ieder individu wel degelijk rekening moet houden met het niet bij voorbaat gekende gedrag van de andere individuen en waarbij eveneens de realisatie van een gemeenschappelijk doel – de opbouw van het stuk – voorop staat. De interactiviteit is hier geenszins decoratief op te vatten, maar vormt een essentiële component van onze pogingen het begrip muzikale performer naar de toekomst toe een nieuwe, niet-reproductieve, inhoud te geven. Dit vooral omdat we niet geloven dat het concert als ritueel gebeuren een toekomst heeft als daar geen menselijke uitvoerders bij te pas zouden komen. Aangezien lichamelijke motoriek ten grondslag ligt aan de bespeling van welkdanig muziekinstrument ook, lag het daarbij voor de hand uit te gaan van die menselijke motoriek zelf, voorzover gericht op klankproductie en besturing van muzikale processen. Hoewel in dit stuk wordt bewogen, is het geenszins een multimediaal stuk waarin dans wordt gebruikt. Integendeel, de gecomponeerde gestiek van de uitvoerders is hier zuiver instrumentaal van aard. Het stuk heeft zo goed als niets gemeen met de lange traditie van lineair opgebouwde en uitgevoerde muziek uit onze geschiedenis. Het maakt integendeel gretig gebruik van alle technische middelen die deze tijd ons ter beschikking stelt, om aan het sequentiële en lineaire te ontsnappen. De verklanking van deze compositie wordt geheel overgelaten aan de vele door mij ontworpen muzikale robots waaruit het <M&M> orkest is opgebouwd. Luidsprekers worden hier in het geheel niet gebruikt en, a fortiori, elektronische geluidseffecten al evenmin. Alle geluiden worden zuiver akoestisch opgewekt door mechanische klankbronnen die echter integraal door een netwerk van computers tot in de geringste details worden gestuurd. Daardoor konden we het ons in dit stuk veroorloven geen rekening te houden met de grenzen gesteld aan menselijke muzikanten, waardoor een akoestische klankwereld kon worden aangeboord die anders volstrekt ongehoord zou blijven.
TransiTrance werd geschreven in opdracht van TRANSIT, en daar gecreëerd op 2 oktober 2005 door het <M&M> ensemble.
(Godfried-Willem Raes)
De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.