I Em teu crespo jardim, anêmonas castanhas detêm a mão ansiosa: Devagar. Cada pétala ou sépala seja lentamente acariciada, céu; e a vista pouse, beijo abstrato, antes do beijo ritual, na flora pubescente, amor; tudo é sagrado.
II Sugar e ser sugado pelo amor no mesmo instante boca milvalente o corpo dois em um o gozo pleno que não pertence a mim nem te pertence um gozo pleno de fusão difusa transfusão o lamber o chupar o ser chupado no mesmo espasmo é tudo boca boca boca boca sessenta e nove vezes boquílingua.
III No mármore de tua bunda gravei o meu epitáfio. Agora que nos separamos, minha morte já não me pertence. Tu a levaste contigo.
— Carlos Drummond de Andrade
|
I Kastanjebruine anemonen, in je stugge tuin, weerhouden de bevlogen hand: Voorzichtig. Elk bloemblad of elk kelkblad zij langzaam geliefkoosd, hemel; en mogen de ogen rusten, als abstracte kus, nog vóór de rituele kus, op deze prille flora, liefde; alles is heilig.
II Zuigen en gezogen worden door de liefde tegelijk de mond multivalent het lichaam twee in één genot volledig dat niet mij behoort noch jou behoort genot van fusie diffuseert transfusie likken zuigen en gezogen worden in hetzelfde spasme alles is mond en mond en mond en mond negenenzestigvoudig tongenmond.
III Op het marmer van je billen heb ik mijn grafschrift gegrift. Nu wij uit elkaar gaan, behoort mijn dood mij niet meer toe. Jij nam die mee.
[Vertaling: August Willemsen]
|