Transit

Claude Coppens | Tussen de vodden | 2009

Ooit pende ik op een natte donderdag in mei Hoor en wil zwijgen neder. Het werd een fabel vol plaagstoten en netjes   bedwongen moordlust, een zinnebeeldig vertelsel dat wenste te fulmineren tegen de voze lamlendigheid van dit  tijdsgewricht en tegelijk wilde vloeken en foeteren in de richting van onze ijlkoppige, aan luxe en overdaad verslaafde   tijdgenoten, die in mijn averechtse parabel als vodden werden geduid. Seizoenen kwamen en gingen, mijn vroeger blond leven en jeugdiger bestaan weken voor de dagen die mij grijs en schier zonder schedelharen zagen. En in die  gesteltenis ontving Claude Coppens mij op visite. Hij wou iets doen omtrent Hoor en wil zwijgen en vroeg of ik hem de toelating wilde geven om met mijn proza muzikaal aan de slag te gaan. Gevleid en ‘dood- content’ als Thaïs bij het zien  van de vlammen in Persepolis schraapte ik mijn oude keel, ruimde in dezelfde tijd mijn bejaarde, ietwat versleten glottis en gaf hem, vreugdig koerend, de toelating om naar hartenlust mijn fabel te buigen naar de wil van zijn toonzettende  ziel.Dra ging mijn vreemd geniale vriend des huizes, mijn door de goden met alle talenten begiftigde weggenoot Claude Coppens dus met name, pardaf aan de slag. Hij koos een vijftal fragmenten uit de breedvoerigheid en gaf die brokken proza benamingen,  eerder figuratieloze nomina, die hem goed van pas leken bij de opbouw van zijn compositie. Deze noemers luiden tot op de dag van hedenavond: Smaak, Stijl, K., Beroep en Tijd. Van deze lijst van vijf indelingen vertrokken, kwam mijn maat en  lievelingscomponist allengs en met boterhammen eten tot een overkoepeling en afgerond geheel. Een werkstuk dat u en ik straks voor de eerste keer zullen te beluisteren krijgen. Ik weet niet hoe het met u is gesteld, maar ik ben er alvast  fameus wreed gerust in.


Lees verder »

1. SMAAK.
Met smaak, zo fezelen zij hetig, die zotte vodden, met smaak kruip ik des morgens in mijn geliefkoosd leder borendevol caoutchouc, en ik blijf daar hemeljuichend in ronddolen tot de zon in zee is gevallen. Dan pas stroop ik mijn zwarte palingvel weer af. En dat stinkt, kameraden, dat stinkt zo magnifiek, dat stinkt zo lekker excellent, dat ik zonder die stank, dat straffe aromaat van achttien karaat, niet meer zou kunnen asemen ook niet!
2.STIJL.
Zo was ik op een keer, het was de vierde dag van mijn dolage doorheen de gouwen van de moderne aardmens, in een nog jonge villa, waar ik de lof der bleekheid hoorde en mocht aanschouwen. Alles was er leeg en koel en wit en bleek, zonder de kleur der vreugde, de zetels en de gordijnen en ook de mannen en de vrouwen bezaten de matte couleuren  van manneke maan op zijn bleekst. Een halve breuk heb ik mij daar gelachen van de danige tristesse, en toen mij werd uitgeleid dat wat ik aanschouwen mocht puur stijl was, schier kunst, plus een uiting van eenvoud in de verfijning, toen  heb ik mij een halve breuk geschreemd.
3. K.
Ge hebt een afspraak met een vod, dat gaat om zo te zeggen al te gemakkelijk. Daar hebt ge ’t wonder van de elektra voor. “Allo, allo, vod, ’k ben onder weg naar u, schrijf ’t maar op in uwen elektronieken carnet, gee-es-emt het maar naar ’t kattenbelleke van uwen e-mail, over een kwartje kwart over sta ik op uw welgekomend tapijt!”. Maar hij steekt zich weg in zijn valies, wellicht weet hij zelf niet meer waar hij zich verborgen houdt, waar hij gaat of staat of woont, de vod. Ge moet hem zoeken, hoehoe, ben ik dichte bij den brand, vod?!, ge komt aan zijn valies, maar is ’t wel zijn  valies?, ge stapt die valies binnen en ge zit onmiddellijk wederom in een valies, een kleinere, plotsklaps komt er een valiezeke uit zichzelve naar beneden gezoefd, en ge stapt dat valiezeke binnen. Een secondeke later stapt ge uit en ge peinst: haha, hier ga ik ’t welgekomentapijtje van onze vod in kwestie vinden, maar nee, maat, ge staat voor ’t  verkeerde deksel van de verkeerde valies, ge staat voor ’t konterverkeerde compartiment ofte vakske, en hop en  hopla! Ge moogt herbeginnen, kameraad, ge moogt gaan tasten en gaan kiezen uit wel een biljoen eendere valiezen  van steen en cementkeikes.
4. BEROEP.
Alles wat gedaan wordt met de vingers of met de kop, alles is een beroep. Zo komt het dat gedachten kweken en  mijmeringen bezitten, dat dat ook een vak is. Of naar de sterren kijken. Er bestaat eigenlijk niemendal wat een vod kan, of hij heeft er een broodwinning van gemaakt. Wanneer hij zegt “Ik ben een brievenweger”, dan is dat een beroep. Ge doet niets anders dan brieven wegen, de ene na de andere. Ge draagt uw kafzak niet naar boven, ge keert die niet,  ge gaat niet naar ’t schotelhuis om een kaske of een rek te installeren, nee, ge weegt brieven en anders niet. Ge eet levaard, maar ge gaat zelf niet vissen, ge eet à volonté een stukske fruit, maar ge breekt nooit zelve een vrucht van deboom, ge weegt de ene brief na de andere, want uw beroep is brievenweger. En al die andere bezigheden zijn ook al beroepen: het sleuren met kafzakken, het installeren van huisgerief, het vangen van levaard en bliek, het kletsplukken van fruitbomen. Maar, verdoemde dweilen van chiffons, uw gebinte is hard geworden en bougeert niet en meer, de vreugde heeft uwe spieren verlaten, omdat uw bezigheid ze tot slapen veroordeelt.
5. TIJD.
Omdat de vodden voortdurend doodsbenijd zijn hun tijd kwijt te geraken, weten zij ook allemaal precies hoeveel keren de zon en de maan zijn opgegaan sedert zij voor de eerste keer ’t grote licht mochten aanschouwen. Die kwestie speelt in hun leven zo een importante rol dat het telkens met gelijke tussenpozen gevierd wordt met bloemekees en feestgelag. Heel dikwijls heb ik tijdens mijn dolage tussen de vodden kunnen remarqueren dat de vodden meenden zich voor mij te moeten schamen wanneer mij gevraagd werd hoe oud ik wel was en ik begon te lachen en het niet wist. “Gij moet toch weten hoe oud ge zijt.” Dan zweeg ik, kinderkens, dan zweeg ik en peinsde: het is maar beter dat ik het niet weet.




Ook interessant...

Kijk ook eens naar deze werken

De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.