In Untergrund-2 speelt elk van de vijf musici op een set van zes verschillende glazen oppervlakten. Volgens het principe ‘wrijving brengt toon voort’ tekenen ze met drie voorwerpen (knikkers, golfballen en metalen blikjes) figuren van 8 of cirkelvormen met exact genoteerde snelheid over de glazen oppervlakten. De zes glazen platen hebben dezelfde grootte, en worden tegelijkertijd bespeeld, hetgeen resulteert in een ‘samengestelde’ klank. De klankstructuren zijn afgeleid van de getekende figuren, en de dynamiek is gekoppeld aan de snelheid van de beweging: hoe hoger de snelheid, des te luider de klank. Aan de hand van voorgeschreven coördinatiepunten in de partituur bepalen de slagwerkers de synchroniciteit. Er ontstaan samenklanken, waarbij de complexe kruisbewegingen van ritme, toonhoogte en klankkwaliteit afhangen van de aard van de beweging.
De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.