Mijn titels bevatten vaak een sterke dosis dubbelzinnigheid, en zoals altijd heb ik deze titel eigenlijk pas toegevoegd wanneer het stuk al lang klaar was. Hij vormde dus sowieso geen richtlijn tijdens het componeren. De titel is uiteraard zuiver ironisch en is typisch voor mijn denken in tegenstellingen. Daardoor brengt de titel in feite nog een extra vraag-teken binnen in de compositie. Het doorlopende kleine letter schrift, dat in het Duits atypisch is omdat elk naamwoord er met een hoofdletter geschreven wordt, behoort toe aan de modernistische traditie, en verraadt op die manier een extra breuk. Bovendien is ‘mooi pianostuk’ tussen aanhalingstekens geplaatst. Dit herinnert me aan Adorno’s essay ‘Schöne Stellen’ (‘Mooie passages’). Er bestaat ook de spottende term ‘quintolenmuziek’ voor complexe ritmes in nieuwe muziek, en in het laatste derde van het stuk komt zo’n quintolenpassage voor: de pianist moet dezelfde snelle vijf-noten-figuur acht maal na elkaar spelen, en indien mogelijk acht maal op exact dezelfde manier als wanneer het herhaald zou worden op een goedkoop MIDI klavier zonder enige dynamiek of agogiek. Deze banale pentatonische flard met de allure van de massaproductie, moet klinken als een ‘ready made’, alsof het erin ‘geplakt’ is geworden vanuit een stuk bestaande muziek. Tegelijkertijd verwijst de dedicatie “für elfriede” naar het feit dat ‘schönes klavierstück’ een deel van een ongeschreven muziektheaterstuk had kunnen zijn, dat ik destijds met de Oostenrijkse dichteres Elfriede Czurda gepland had. [H.M.]
De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.