Transit

Richard Barrett | Nacht und Träume | 2008

Ook het werk van Richard Barrett is te plaatsen in een traditie van ver doorgedreven complexiteit en grensverleggende virtuositeit. Zijn compositie Nacht und Träume, die het zesde deel vormt van een uitgebreidere reeks resistance & vision, vertrekt vanuit de problematiek die door Zimmermann wordt aangekaart in Intercommunicazione: het onmogelijke samenspel tussen twee instrumenten met een sterke eigen identiteit (op het vlak van klankproductie en muzikaal materiaal). Deze creatie kadert in een groter project waarbij verschillende componisten door Arne Deforce benaderd worden met de vraag een compositie te schrijven voor cello en piano (een bezetting die sinds de jaren 1970 naar de achtergrond is verdrongen door een toenemende productie van solowerken voor cello) die zich positioneert ten opzichte van Zimmermanns werk enerzijds en het theaterwerk Not I van Samuel Beckett anderzijds.
Dit project is een work in progress en mogelijk biedt dit concert zelfs stof tot nadenken of componeren voor volgende creaties binnen dit kader. De titel van Barretts werk is ontleend aan een gedicht van Matthias von Collin dat Franz
Schubert op muziek zette in het gelijknamige lied Nacht und Träume (D827).

Heil’ge Nacht, du sinkest nieder;

Nieder wallen auch die Träume,

wie dein Mondlicht durch die Räume,

durch der Menschen stille Brust.

Die belauschen sie mit Lust;

Rufen, wenn der Tag erwacht:

Kehre wieder, heil’ge Nacht!

Holde Träume, kehret wieder!


Lees verder »

Richard Barrett interpreteert het gedicht als een wanhopig verlangen naar zoete dromen in een wereld waar het ‘wakkere’ leven zo zwaar en ondraaglijk kan zijn. In Nacht und Träume vertrekt hij dan ook van de tegenstelling tussen waken en dromen, eerder dan Zimmermanns
concept van oncombineerbare muzikale partners over te nemen. Het globale verloop van de compositie vertoont wel parallellen met Intercommunicazione. De muziek stelt als het ware een geleidelijk aan veranderende toestand
voor. In het begin is een duidelijke afwisseling te horen tussen fragmenten die een ‘wakende’ toestand uitdrukken en fragmenten die ‘slaap’ of ‘dromen’ uitdrukken. De wakende fragmenten zijn met elkaar verbonden als segmenten
van een ‘voortdurende realiteit’. Al deze fragmenten samen vormen een zich ontwikkelende continuïteit die onderbroken wordt door momenten van slaap. Die momenten van slaap zijn op zichzelf staande fragmenten. In de overgangen
tussen beide geïdentificeerde toestanden wordt verwezen naar Schuberts lied (vooral het repetitieve aspect van de pianopartij). In de momenten van slaap worden de instrumenten versterkt en onderworpen aan elektronische manipulaties. De luidspreker van de cello wordt naar de binnenkant van de piano gericht, zodat de pianosnaren kunnen meetrillen. Doorheen de compositie worden de twee tegengestelde toestanden minder duidelijk onderscheiden. De
‘wakkere’ momenten worden meer en meer gefragmenteerd en de ‘slapende’ momenten vormen als het ware variaties op een terugkerende droom. Ook wordt het gebruik van elektronica meer uitgewerkt naar het einde van het werk toe. Met behulp van specifieke computerprocessen kan een actie van het ene instrument zelfs de klank van het andere instrument wijzigen. Hoewel de beide uitvoerders zo ver van elkaar verwijderd zitten als het podium het toelaat,
is er doorheen deze compositie duidelijk sprake van een geleidelijke integratie van twee verschillende muzikale werelden. Zowel op het vlak van de instrumenten als op het vlak van het muzikale materiaal worden schijnbaar
onverzoenbare tegenstellingen opgeheven. In die zin verschilt Nacht und Träume fundamenteel van  Intercommunicazione. Wel stellen beide werken duidelijk de individuele identiteit en de mogelijke negatie van een identiteit in vraag.

Hier vinden we dan ook een eerste link naar het theaterstuk van Beckett, waar het publiek het gesproken woord hoort en ziet van één vrouw, wiens lichaam onzichtbaar is gemaakt behalve haar mond. De vrouw vertelt over zichzelf, maar doet dat voortdurend zonder gebruik te maken van de eerste persoon enkelvoud. Het is alsof
het personage haar eigen identiteit ontkent endoor onafgebroken te praten zichzelf nog verder wil wegcijferen. Door de aandacht zo lang op dat ene element – de mond – te vestigen, treedt bij het publiek een interessant mechanisme in  werking waardoor elk kleinste detail en elke minuscule beweging van die mond zichtbaar wordt en mentaal wordt  uitvergroot. Na een tijd is de mond volledig één geworden met de woorden die te horen zijn. Elke verandering in de stand van de lippen en de tong brengt immers een andere klank voort, en op die manier is de vorm van de mond rechtstreeks verbonden met de inhoud van de monoloog. De tekst zelf verliest daardoor ook haar narratieve kwaliteit en wordt als het ware gemuzikaliseerd. Het is een stream of consciousness waarin constant rond bepaalde woorden
gedraaid wordt, zonder een duidelijke boodschap te formuleren. In plaats van een lineaire, discursieve opeenvolging van woorden en zinnen horen we flarden, ideeën en klanken die eerder aansluiten bij hoe onze hersenen werken:
alineair en op meerdere sporen tegelijk. De tekst wordt een ‘anti-tekst’, een ‘intercommunicazione’, die niet langer kan beluisterd worden als een verhalend gegeven, maar louter om zijn muzikale kwaliteiten. Dit laatste aspect is één van de elementen die voor de compositie van Barrett cruciaal zijn, maar in mogelijke volgende composities van dit project kunnen weer andere facetten van de combinatie Beckett – Zimmermann tot uiting komen.

Richard Barretts Nacht und Träume werd geschreven in opdracht van het TRANSIT-festival, Concertgebouw Brugge en Huddersfield Contemporary Music Festival 2008, en gecreëerd tijdens TRANSIT op 25 oktober 2008. (Arne Deforce/Klaas Coulembier)




Ook interessant...

Kijk ook eens naar deze werken

De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.