Dat La Monte Young tegenwoordig wordt beschouwd als de grondlegger van minimal music, heeft veel te maken met twee composities die strikt gezien in een ander muzikaal denkkader zijn ontstaan, maar die in hun inhoud zo radicaal statisch en reductief waren dat Young daar inderdaad de fundamenten van het minimalisme mee heeft gelegd. Het eerste van die twee werken, het Trio for Strings uit 1958 was een dodecafonisch werk maar bezat zo’n ongekende bewegingloosheid dat de typische dodecafone kenmerken helemaal verdwenen. Het tweede werk dat de minimal music lanceerde is deze Composition 1960 no. 7, die ontstond in de context van de Fluxus-beweging, een avant-gardistische kunststroming uit de jaren ’60 waarvan Young (naast o.a. George Brecht, George Maciunas, Nam June Paik en Yoko Ono) een zeer actief lid was. Fluxus ging in tegen de gevestigde kunstopvattingen en maakte faam met ‘performances’ of ‘events’, voorstellingen die zowel elementen uit beeldende kunst, muziek, theater als poëzie gebruikten en vaak met elkaar vermengden tot een nieuw soort kunst. Op humoristische wijze probeerde Fluxus alle zekerheden en conventies onderuit te halen, met de heel serieuze doelstelling zo de kloof tussen kunstenaars en publiek te dichten, zoals Maciunas het verwoordde. Vaak had dit een naïef-poëtisch gehalte (Brechts Piano Piece 1962, waarvan de ‘partituur’ vraagt een vaasje bloemen op de piano te plaatsen) maar dit ontaardde soms ook in wrange agressie, zoals One for Violin Solo van Paik, waarin een viool ritueel aan splinters wordt geslagen.
De reeks van vijftien Compositions 1960 passen volledig in het absurde gedachtengoed van Fluxus. No. 2 vraagt een vuurtje te stoken, in No. 5 worden vlinders losgelaten in de zaal en No. 10 bestaat uit de instructie ‘draw a straight line and follow it’. Composition 1960 no. 7 lijkt nog het meest van allemaal op een conventioneel muziekstuk. Het bestaat uit een tweeklank (B-Fis) met de instructie ‘to be held for a long time’. Het idee van uiterst lang aangehouden tonen zou van dan af aan de hoeksteen van Youngs muziek worden. Tegelijk toonde hij aan dat iets doodeenvoudigs en zelfs banaals als één enkele reine kwint, wanneer je er lang en aandachtig naar luistert helemaal niet eenvoudig blijkt. Het is dat besef dat eenvoud ook complex kan zijn dat in de jaren ’60 en ’70 de bloei van de minimal music mogelijk maakt.
De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.