Y.D. Fantasy wordt voor het eerst vermeld in een klein notitieboekje dat Partch bij zich droeg op het ‘crosscountry’ avontuur dat de inspiratie bood voor zijn compositie U.S. Highball. Hier draagt het echter de titel Variations on a Theme – met de ondertitel “Geïnspireerd op de aanname dat een bepaald deuntje een kwarttoon naast de toonhoogte alsnog herkend werd door Amerikaanse matrozen in China”!
Partch componeerde waarlijk een werk op slechts vijf dagen tijd in maart 1944, in het midden van de repetities voor zijn belangrijkste concert tot dusver, in de Carnegie Chamber Music Hall in New York City op 22 april datzelfde jaar. De virtuositeit van het werk was geïnspireerd door twee van de musici in zijn ensemble – Henry Brant, die de tin flutes en ‘tin oboe’ (een tinwhistle met een hoboriet en -mondstuk) bespeelde in het werk, en de sopraan Ethel Leuning.
Zoals Andrew Granade schrijft: “Partch hield zijn leven lang van satire, en gezien Y.D. Fantasy het laatste stuk op het programma was, plaatste hij zichzelf in de tekst, om zo zijn Amerikaanse ‘hobo’-imago en muziektheorieën aan de kaak te stellen. Hij was de Amerikaanse Dandy, die binnenreed in de stad op drieënveertig tonen in het octaaf, en zo zijn noties deelde van een spraakmuziek gebaseerd op het spreken van Amerikaanse zwervers, en ze muziek noemde.” De uitvoering werd zo goed onthaald door het publiek dat er om een bisnummer geroepen werd. Recensent Paul Bowles was erg onder de indruk van het spel van het ensemble en schreef in de New York Herald-Tribune dat het stuk “dat de indruk wekte geïmproviseerd te zijn door een groep waanzinnigen, onmogelijk om uit te voeren, precies herhaald werd alsof het opnieuw werd afgespeeld in playback.”
De laatste gedocumenteerde uitvoering van Y.D. Fantasy vond plaats op een Thanksgivingfeest in Partch’ Gate 5 studios in Sausalito, Californië, op 10 november 1954. Op een onuitgegeven bandopname van het gebeuren, is Partch te horen terwijl hij het deuntje aan een enorme snelheid oefent op een van zijn Harmonic Canons, terwijl hij tracht enkele leden van het ensemble te overhalen om hem te vervoegen in een informele ‘jam’ sessie op een van zijn andere instrumenten.
- Grotendeels overgenomen uit “Report… [on American Tunes]” van Oscar Sonneck. (Washington, DC; Government Printing Office, 1909)
Op een dag barstte oude Johnny Bull uit in woede/ En zwoer dat Jonathan geen proces zou krijgen, mijn beste, met een jury/ Dus hij zat neer in een potige staat en brulde als een man van stand/ en schreef terstond een melodie genaamd Yankee Doodle Dandy.// Yankee Doodle kwam naar de stad/ Hij trok zijn gestreepte broek aan/ En zwoer dat hij de stad niet zag/ Er waren zo veel huizen.// O! Hoe vrolijk zal ik zijn/ Als ik het geld nu krijg,/ Ik breng het allemaal naar jou/ O! mijn liefste schat.// Mevrouw Hancock droomde een droom/ Ze droomde dat ze iets wou/ Ze droomde dat ze een Yankee koning wou/ Om hem te kronen met een pompoen// Ook, Odysseus [gesproken als een clubvrouw].// En dan naar de hel en weer terug/ Waar de sirenes zingen/ Zwel, cadenseer, tril, en schudt bijna [zwaaien met de heupen op deze rust]/ Ook Madam Mara// Om Charybdus te laten vallen en dan/ Als de geeuwende Scylla/ Zes mannen grijpt en hen allen verslindt/ Net als
zo vele appels!// Yankee Doodle ging naar de stad/ Rijdend op een pony/ Hij stak een veer in zijn pet/ En noemde het ‘macaroni’.// Noodle doodle lelijke moeders/ Sla je en bots O!/ Dolken, pistolen, zwaarden en geweren/ Klop je op de borst, O!// Doodle doodledo mama!/ Doodle doodle do papa!/ In drieënveertig tonen in het octaaf.// Yankee doodle hou vol/ Yankee doodle dandy/ Pas op de muziek en op de trap/ En wees handig met de dames.
Vocabularium:
1. “Johnny Bull” – een personificatie van het Verenigd Koninkrijk in het algemeen, en Engeland in het bijzonder.
2. “Madam Hancock” – de echtgenote van John Hancock, die gouverneur werd van Massachusetts in 1780. De vier regels die volgen maken gewag van haar naam en werden geschreven door Samuel Breck, als commentaar op Hancocks monarchale ambities.
3. “Sirens Cara” – ‘Cara’ refereert aan een mythologische entiteit die bekend is als Mother Carey, wat verwijst naar de Heilige Maria als beschermster van matrozen. Haar naam is een verbuiging van “mater cara” (wat “geliefde moeder” betekent).
4. “Madam Mara” – Gertrud Elisabeth Mara (1749-1833) was (in haar tijd) een heel beroemde Duitse operasopraan.
5. “Charybdis” – een legendarisch zeemonster uit de oude Griekse mythologie, blijkbaar gebaseerd op een draaikolk in de Straat van Messina.
6. “Scylla” – nog een zeemonster dat op de rotsen tegenover de draaikolk van Charybdis rondspookte. Schepen die te dicht bij de rotsen voeren zouden zes mannen aan haar verliezen.
[CHRIS RAINIER]
Concerten Transit 2020 Studio STUK 24 oktober door Scordatura Ensembe:
Chris Rainier - stem, adapted guitars
Alfrun Schmid - stem, kithara, harmonic canon
Elisabeth Smalt - adapted viola, kithara
Keiko Shichijo - chromelodeon, cloud-chamber bowls
Lucia Mense - fluiten, bass marimba
Harry Partch werd geboren in Oakland, Californië, op 24 juni 1901, en bracht zijn jonge jaren door in het Zuidwesten van Amerika, waar hij muziek en klanken van verschillende culturen leerde kennen. Hij schreef zich in voor de opleiding compositie aan de University of Southern California, maar was teleurgesteld en vertrok om op zichzelf verder te werken. Nadat hij het werk van Hermann von Helmholtz ontdekte, begon Partch te experimenteren met reine stemming, en legde uiteindelijk een stemmingssysteem vast dat aan zijn compositorische eisen voldeed. Hij maakte zijn 'Adapted Viola' in New Orleans, Louisiana, en begon gedichten van Li Po op muziek te zetten voor stem en zijn nieuwe instrument.
MATRIX doet haar best alle rechthebbenden met betrekking tot materiaal op deze website te achterhalen. Wie meent dat zijn/haar materiaal onrechtmatig hier is gebruikt, verzoeken wij ons te contacteren.
De partituur kan u ook ontlenen uit de collectie van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek] te Leuven.
Openingsuren: dinsdag & woensdag (10u-18u), donderdag & vrijdag (14u-18u)
Meer informatie: info@matrix-new-music.be
De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.