Opus Contra Naturam maakt deel uit van mijn operaproject Shadowtime, gebaseerd op de dood van de invloedrijke Duits-joodse cultuurfilosoof Walter Benjamin bij de Spaanse grens in 1940. Het werk stelt de orfische afdaling van Benjamins avatar in de Onderwereld voor; bij de poorten wordt hij – onder begeleiding van een reeks zich krampachtig herhalende fanfares - verwelkomd door een antieke verzameling Danteske demonen en schimmen van historische figuren (waarvan er enkele op dat moment nog in leven waren).‘Opus Contra Naturam’ is een begrip afkomstig uit de alchemie ten tijde van de renaissance en duidt op het binnen deze geheimzinnige discipline wezenlijke aspect van transitie of transformatie. Het stuk wordt opgevoerd door een soort van Joker, en begeleid door met filmbeelden die een chaotische kruising van Berlijns cabaret uit het fin-de-siècle, middeleeuwse labyrinten en het huidige Las Vegas teweegbrengen.Formeel is het werk samengesteld uit een uitgebreid centraal deel, bestaande uit een aantal wanordelijke fragmenten en omkaderd door een lyrisch introïtus en een afsluitende processiegang, die in de opera worden begeleid door vervreemde en op elkaar gestapelde flarden gregoriaans.
In overeenstemming met zijn hallucinatorische beeldspraak wordt het centrale deel een pianobewerking, commentaar en verlenging van een compleet wanordelijke en langdradige verzameling materiaal die als een soort van muzikaal dagboek of als een monsterachtig autonoom geheugen in de loop van enkele maanden werd bijeengebracht. Afgezien van de bewerking voor piano werd bijzonder weinig ondernomen om in deze compositie een coherente indruk te wekken: afgaande op zijn fascinatie voor de surrealistische ‘geregelde wanorde’ die uit enkele van zijn Parijse geschriften blijkt, stel ik mij voor dat Benjamin zelf een dergelijke esthetische strategie wellicht zou hebben weten te appreciëren.
De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.