“Partch’ revolutionaire werk met stemmingssystemen komt overeen met andere verschuivingen: de creatie van een nieuw conceptueel milieu en een taal, waarin harmonische problemen en subtiliteiten van muzikale toonhoogte kunnen worden aangekaart. De eerste stap in die revolutie was de notie van muzikale toonhoogte als ratio’s – als beschrijfbaar in mathematisch precieze, kwantitatieve termen.”
(Bob Gilmore, Changing the Metaphor, Ratio Models of Musical Pitch in the Work of Harry Partch, Ben Johnston and James Tenney, Perspectives of New Music, Annandale-on-Hudson, N.Y. vol. 33, Iss. 1-2, (Winter-Zomer 1995); 485-503)
De intonatietheorieën van Harry Partch en de muziekinstrumenten die hij bedacht om hen hoorbaar te maken vergen een grote openheid van geest van het publiek; meer dan gewoonlijk om de reeds uitdagende muziek van de voorbije 100 jaar te waarderen. Luisteraars moeten zich ervan bewust zijn dat ze geconditioneerd zijn om het westerse ‘welgetemperde’ stemmingssysteem als de enige intonatiestandaard te aanvaarden. Deze conditionering is zo succesvol geweest dat elke afwijking vreemd of zelfs verkeerd klinkt. Als componist ben ik me ervan bewust dat ik niet kan aannemen dat het publiek enkel bestaat uit specialisten, die het gewend zijn om te luisteren naar microtonale onderverdelingen van het octaaf (in het geval van Partch tot wel 43 tonen in plaats van 12). De taak die ik mezelf als componist gaf, is een werk te componeren dat
de luisteraar een basisoriëntatie kan geven in dit mogelijk nieuwe territorium door middel van restricties en herhaling.
Om mijn minimalistische benadering van Partch’ taal van ratio’s te vergezellen, besloot ik de muziek te combineren met werk van een andere Amerikaanse ‘maverick’: Emily Dickinson. Gorgeous Nothings is de titel van een collectie van Dickinsons ‘enveloppe gedichten’, nota’s voor potentieel toekomstige gedichten op enveloppekladjes. Hun open karakter vormen een interessant contrast met Partch’ mathematische precisie. [GUY DE BIÈVRE]
Concerten Transit 2020 Studio STUK 24 oktober door Scordatura Ensembe:
Chris Rainier - stem, adapted guitars
Alfrun Schmid - stem, kithara, harmonic canon
Elisabeth Smalt - adapted viola, kithara
Keiko Shichijo - chromelodeon, cloud-chamber bowls
Lucia Mense - fluiten, bass marimba
Guy De Bièvre (Brussel, 1961) is componist, muzikant, docent en onderzoeker. Als autodidact genoot hij de vrijheid ideeën afkomstig uit diverse horizonten (oud, 'klassiek', experimenteel, jazz of niet-westers, maar ook beeldende kunsten uit de 20e eeuw) te gebruiken, te combineren en te integreren. Zijn vroege werken suggereren een conceptueel postmodernisme, gebruik makend van statistische organisatie en collage. Aanvankelijk waren deze werken volledig uitgeschreven, maar tegen het einde van de 20e eeuw, teneinde gebruik te maken van het creatieve potentieel van sommige uitvoerders waarmee hij het geluk had te kunnen samenwerken, begon hij meer en meer uitvoeringsvrijheid in zijn werken te voorzien.
De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.